Het in kaart brengen van eventuele Niet-Gesprongen Explosieven (NGE) brengt een veelomvattend en complex onderzoek met zich mee, waaraan meer dan 200 mensen zullen meewerken. Het onderzoek wordt verricht om te waarborgen dat de werkzaamheden voor het leggen van de kabels op de verschillende locaties veilig kunnen worden uitgevoerd. De offshore-netaansluiting, die een totale lengte krijgt van ruim 60 km, bestaat uit vier 220 kV (220.000 volt) zeekabels met elk een capaciteit van 350 MW. Deze zullen de op zee opgewekte energie aan land brengen. De kabels lopen van beide offshore-platforms van TenneT in het windgebied Borssele door de Westerschelde naar het hoogspanningsstation in Borssele (provincie Zeeland).
Marco Kuijpers, senior manager Offshore Nederland van TenneT: “Het onderzoek naar de aanwezigheid van Niet-Gesprongen Explosieven is een belangrijk onderdeel van de voorbereidingen voor het leggen van de kabels ten behoeve van de offshore-netaansluiting Borssele, die in 2020 in gebruik zal worden genomen. TenneT werkt gestaag verder aan het Nederlandse net op zee, dat in 2023 zal bestaan uit vijf gestandaardiseerde netaansluitingen met elk een capaciteit van 700 MW. Hiermee dragen wij stevig bij aan het realiseren van de Nederlandse ambities op het gebied van duurzame elektriciteitsproductie zoals die zijn afgesproken in het Energie-akkoord.”
Fugro en Boskalis zijn verantwoordelijk voor de gespecialiseerde onderzoekswerkzaamheden langs de kabeltracés van de geplande netaansluiting. “Ons projectteam heeft uitgebreide ervaring in het effectief in kaart brengen van NGE”, aldus Gertjan Paff, Regional Project Director for Europe van Fugro. “Met de integratie van vaartuigen en in-house ontwikkelde innovatieve systemen hebben Fugro en Boskalis in de afgelopen jaren diverse projecten op dit gebied succesvol uitgevoerd.”
De netaansluiting Borssele bestaat uit twee platforms, elk met een capaciteit van 700 MW. Deze zullen in respectievelijk 2019 en 2020 in gebruik worden genomen. TenneT is officieel aangewezen als netbeheerder op zee in Nederland, en ontwikkelt als bijdrage aan het Energie-akkoord tot en met 2023 ten minste 3.500 MW aan offshore-aansluitingen in een gestandaardiseerd concept van 700 MW per aansluiting.
