Positie Nederland op elektriciteitsmarkt verder verbeterd in 2017
De gemiddelde elektriciteitsprijs in de Centraal West-Europese Regio1 is licht gestegen in 2017, voornamelijk door hogere brandstofprijzen (gas +22% en steenkool +40%) voor centrales en de koude periode aan het begin van 2017. De prijzen in landen waar TenneT actief is, Nederland en Duitsland, zijn vooral in de wintermaanden een stuk lager dan in Frankrijk en België (zie onderstaande grafiek met day ahead prijzen).
Maandelijks gemiddelde van Day-ahead-groothandelsprijzen in CWE-landen in 2015, 2016 en 2017.
Nederlandse centrales zorgen voor leveringszekerheid in het buitenland
Nederland en Duitsland zijn dan ook vooral in de wintermaanden landen met een exportfunctie. Frankrijk en België hebben in de koudere maanden een sterk verhoogde vraag naar elektriciteit, omdat veel huizen daar niet met gas maar elektrisch worden verwarmd. In combinatie met onzekerheid over de beschikbaarheid van nucleaire en waterkrachtcentrales drijft dit in de winter de elektriciteitsprijzen op. Omdat de nationale hoogspanningsnetten aan elkaar gekoppeld zijn, kunnen landen met een overschot aan beschikbare productiecapaciteit een belangrijke ondersteunende rol spelen voor de landen waar veel vraag is. Juist de flexibele Nederlandse gascentrales hebben een cruciale rol en zijn in de winter veelvuldig ingezet om andere landen van stroom te voorzien.
Maandelijkse elektriciteitsproductie, import en export in Nederland2
Hoeveelheid interconnectie speelt belangrijke rol in de prijsvorming
Opvallend is dat landen aan de rand van Europa – zoals Spanje en Portugal – en landen in Centraal Oost-Europa een hoger, tot wel het dubbele, prijsniveau hebben dan andere Europese landen. Dit is mede te wijten aan een lager niveau van interconnectiviteit van deze landen met de rest van Europa; ze hebben minder grensoverschrijdende hoogspanningsverbindingen.
Jaargemiddelde van de day-ahead prijzen en de percentages van de tijd waarin er volledige prijsconvergentie is t.o.v. de Nederlandse en Duitse markten.
Nederland heeft momenteel al een relatief hoge verbindingsgraad met omringende landen. Hierdoor zijn de elektriciteitsprijzen in Nederland laag; vooral in de zomer kan goedkope groene stroom vanuit Duitsland naar Nederland worden getransporteerd. TenneT versterkt die positie nog verder; het verhoogt de interconnectiecapaciteit met Duitsland en België, en tussen Nederland en Denemarken komt een onderzeese stroomkabel (COBRA) die in 2019 klaar moet zijn.
In de lente- en zomermaanden van 2017 was er sprake van een hoge prijsconvergentie in de CWE-regio; in deze maanden waren de stroomprijzen tot wel 60% van de tijd volledig gelijk. In 2017 waren de prijzen in 34% van de tijd hetzelfde, vergelijkbaar met 2016. Voor mei 2015, toen flow-based marktkoppeling werd geïntroduceerd, was de prijsconvergentie met 19% veel lager. Het naar elkaar toe kruipen van prijzen op verschillende markten draagt bij aan meer welvaart voor de betrokken landen.
Elektriciteitsproductie in Nederland: wind en zon grote winnaars in 2017
In Nederland groeide de productiecapaciteit voor groene stroom met 1 GW (gigawatt) naar een totaal van 7,2 GW3 . De conventionele capaciteit daalde met 0,9 GW naar 21,3 GW. De groei in duurzaam vermogen kwam vooral op het conto van wind op land en zonnepanelen. De komende jaren zal er vooral veel windenergiecapaciteit op zee worden gebouwd. TenneT is bezig met het ontwikkelen van offshore netaansluitingen met een capaciteit van in totaal 3,5 GW (2023). Na 2023 tot 2030 is er ruimte voor nog eens 7 GW op de Nederlandse Noordzee. Dit staat ook omschreven in de nieuwe Routekaart voor Wind op Zee, die onlangs door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is bekend gemaakt.
Operationele opwekcapaciteit in Nederland en (gas)capaciteit 'in de mottenballen'
Renewables worden steeds competitiever en vooral offshore wind laat een absolute doorbraak zien. De uitkomsten van tenders voor offshore windparken bewijzen dit. De 'nul-bieding' (geen subsidie) onlangs voor de ontwikkeling van windgebied HKZ (Hollandse Kust Zuid) is daar een goed voorbeeld van. De kosten voor wind op zee zijn op basis van de uitkomsten van de nieuwste offshore wind veiling(Hollandse Kust Zuid) aanmerkelijk lager dan eerder werd aangenomen in het Energieakkoord.
Prijsuitkomsten van tenders voor offshore windparken4
De afname van conventionele capaciteit wordt voornamelijk veroorzaakt door de sluiting van twee eenheden (elk 550 MW) van de kolencentrale op de Maasvlakte, zoals overeengekomen in het Energieakkoord. Voor gascentrales zien we verschillende beslissingen tussen de exploitanten. Sommige eenheden die tijdelijk waren stilgezet (in de mottenballen staan) worden definitief uit bedrijf genomen en er waren ook eenheden die vanuit de mottenballen weer operationeel werden. In totaal stond er eind 2017 voor 2,9 GW aan gasvermogen in de mottenballen, tegen 4,1 GW in 2016.
Elektriciteitsopwekking 2017: veel minder steenkolen, gas en wind groeien
De totale productie van elektriciteit in Nederland was in 2017 vergelijkbaar met 2016, maar er waren wel verschuivingen in het aandeel gas, kolen. Door de sluiting van de Maasvlakte kolencentrale in 2017 is er minder kolenstroom geproduceerd in Nederland; gascentrales produceerden juist aanzienlijk meer. Ook windenergie liet met een plus van 43% een sterke productiegroei zien: niet omdat er met een stijging van 11% vergelijkbaar veel windcapaciteit bij kwam, maar het waaide in 2017 meer dan in 2016.
Jaarlijkse elektriciteitsproductie in Nederland2
Duitsland: windenergie stijgt naar plek 2
Opvallend gegeven op de Duitse markt is dat daar windenergie nummer twee is geworden als het om elektriciteitsproductie gaat. Wind heeft steenkolen- en kerncentrales ingehaald. Alleen de elektriciteitsproductie door bruinkolencentrales in Duitsland is nog hoger dan door windmolens. In totaal wekt Duitsland nu 38% (2016: 33%) van haar stroom op basis van duurzame bronnen op: wind, zon, waterkracht en biomassa.
Jaarlijkse elektriciteitsproductie in Duitsland
Winstgevendheid
De positie van Nederlandse conventionele elektriciteitscentrales blijkt opnieuw beter te zijn dan de Duitse. Dit is te danken aan de gemiddeld wat hogere marktprijs voor elektriciteit in Nederland bij voor beide landen ongeveer gelijke gas- en kolenprijzen.
TenneT Market Review 2017: analyse van ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt
Bovenstaande informatie (en veel meer) is te vinden in het meest recente TenneT Market Review. Dit rapport beschrijft de ontwikkelingen op de West-Europese elektriciteitsmarkt, in het bijzonder in Nederland en Duitsland, waar TenneT als netbeheerder een centrale rol speelt in het faciliteren van de markt. In deze publicatie zijn de belangrijkste ontwikkelingen op de Europese elektriciteitsmarkten in het afgelopen jaar op een rij gezet en in perspectief geplaatst.
Download de TenneT Market Review 2017.
1. TenneT onderzoekt in de zogenoemde Market Review vooral de situatie in de landen van de CWE-regio (Central Western Europe): Duitsland/Oostenrijk, Nederland, Frankrijk en België.
2. De weergegeven productie is de productie die is gemeten als invoeding op publieke netten. De productie op bedrijfsnetten of productie die direct achter de meter wordt verbruikt, bijvoorbeeld van zonnepanelen, is hier niet in meegenomen. De weergegeven productie is ongeveer 85% van de totale Nederlandse productie (op basis van cijfers CBS).
3. Data gebaseerd op Nationale Energieverkenning (NEV) 2017
4. De prijsverschillen tussen landen kan grotendeels worden verklaard door grote verschillen in de scope van de veilingen. In het Verenigd Koninkrijk wordt de netaansluiting volledig meegenomen in de tenders en valt de veilingprijs dus hoger uit. In Duitsland moet het transformatorstation op zee door de eigenaar van het windpark worden gerealiseerd, terwijl in Denemarken en Nederland alleen de windturbines door de winnaar van de tender moeten worden gebouwd.